Een krachtige leeromgeving voor alle kleuters

Diversiteit optimaal benutten in de leeromgeving
Scholen beschouwen de toename aan diversiteit en verschillen vaak als een obstakel. Dat de vele uitingen van verschil een verrijking zijn van de schoolcultuur en benut kunnen worden in de leeromgeving, valt buiten het vizier van het normatieve middenklassedenken waarvan ook leraren en scholen doordrongen zijn ( Van Avermaet & Sierens, 2012 Van Avermaet, P. & Sierens, S. (2012). Van de periferie naar de kern. Omgaan met diversiteit in onderwijs. In N. Clycq, B.; Segaert & C. Timmerman, Cultuuroverdracht en onderwijs in een multiculturele context. Academia press: Gent. ).
 
“Kansarmoede is een bril die je ook kan afzetten door te kijken naar talenten van mensen, door mensen op een andere manier te bekijken," (Uit: Laenen & Aerden, 2013 Laenen, I. & Aerden, I. (2013). Evaluatie ondersteuningstraject 'Hoe omgaan met kinderarmoede op school?' i.o.v. Koning Boudewijnstichting. Leuven: CEGO. ).
Vanuit de gelijkekansengedachte streven we naar leraren die erin slagen om krachtige leeromgevingen te scheppen die alle leerlingen voldoende en gelijke leerkansen bieden. Hierbij vatten we de diversiteit aan achtergronden, ideeën, leerstijlen, talen, sociale en communicatieve vaardigheden op als een verrijking van de leeromgeving. Piet Van Avermaet verwoordt dit via de metafoor van het rugzakje dat elk kind meebrengt:
 
“[…] Alle kinderen stappen met een rugzakje vol competenties de school binnen. Onderwijs bouwt op die competenties verder. Maar wat in sommige rugzakjes zit heeft meer waarde op school dan in andere. Het is onder andere door het niet of onvoldoende benutten van de diversiteit in de klas – van alles wat in de rugzakjes van ALLE kinderen zit – dat sociale ongelijkheid en ongelijkheid in schoolsucces worden bestendigd,” ( Van Avermaet, 2013 Van Avermaet, P. ( 2013 ). Waarom diversiteit tot de kern van onderwijs behoort. Nog niet gepubliceerd artikel.  ).
Het niet-schoolse kapitaal van kinderen is zo geen obstakel maar net een leerbron. De uitdaging voor leraren is om deze rijkdom te zien en te benutten in de klas. Zo maken leraren het klasgebeuren niet enkel betekenisvol voor àlle kinderen, maar leren kinderen ook van jongs af aan diversiteit erkennen, waarderen en ermee omgaan. 
 
  • Hoe je diversiteit optimaal kunt benutten in de kleuterklas via leren IN diversiteit, diepen we hier verder uit.
  • Hoe je de talige diversiteit kunt benutten in de kleuterklas diepen we hier verder uit.
  • Hoe je meervoudige intelligenties kunt benutten in de kleuterklas diepen we hier verder uit.
 
Ruimte voor initiatief en eigen inbreng 
Door in de leeromgeving ruimte te laten voor initiatief en eigen inbreng van de kinderen, krijgen kinderen meer mogelijkheden om hun competenties te tonen en elementen uit de eigen leefwereld binnen te brengen in het klasgebeuren.
 
Zo maakte de kleuterschool Sint-Jozefcollege te Turnhout gebruik van het ondersteuningstraject ‘Hoe omgaan met kinderarmoede op school’ van de Koning Boudewijnstichting om de methodiek dramakar verder uit te bouwen en ontwikkelen. Dramakar is een spelvorm waarbij kleuters een spel voeren dat ze zelf mogen inkleden. Deze spelvorm heeft tot doel om op een ongedwongen en speelse manier kleuters hun taalverwerving te stimuleren. Doordat er weinig remmingen zijn en veel vrijheid in het spel kunnen kleuters hun eigen belevingswereld in de klas binnenbrengen. Op basis van een alledaags thema als eten, verjaardag, tuinieren, jarig zijn, … wordt de dramakar ingekleed met diverse materialen die kinderen naar believen kunnen gebruiken om hun spel vorm te geven. Via vraagstelling verwerft de leraar inzicht in de leefwereld van kinderen en wordt taalverwerving gestimuleerd. 
Curriculuminhouden en leermaterialen afstemmen op de diversiteit in de klas en in de samenleving
Wanneer een kind aanvoelt dat hetgene de juf, meester en andere kinderen in de klas vertellen en doen helemaal los staat van de eigen leefwereld, krijgt deze impliciet de boodschap dat wat er thuis gebeurt eigenlijk niet bestaat. Zo lijkt het alsof er geen werklozen, geen diverse gezinssamenstellingen of geen armen bestaan (tenzij ergens op een exotische bestemming). 
Daarom dienen leraren na te gaan welke impliciete boodschappen en normen worden meegegeven in de lesmaterialen en –inhouden die ze gebruiken en of dit overeenstemt met de werkelijkheid in de klas en samenleving. Deze aanpak komt bovendien ten goede aan alle kinderen doordat dit bijdraagt aan het normaliseren van en leren omgaan met verschillen.
 
“Samenwerking met de buurt levert ons meer ‘levensecht leren’ wat stimulerend werkt,” (Uit: Laenen & Aerden, 2013 Laenen, I. & Aerden, I. (2013). Evaluatie ondersteuningstraject 'Hoe omgaan met kinderarmoede op school?' i.o.v. Koning Boudewijnstichting. Leuven: CEGO. ).

Het centrum voor Taal en Onderwijs (K.U. Leuven) heeft een handig observatieschema ontwikkeld dat je helpt om een krachtige leeromgeving op te stellen.

Observatieschema (CT&O)  

Creative Commons License