Gespreksvaardigheden
Rollenspelen Oudergesprekken in actie
Voor het voeren van professionele gesprekken bestaan geen vaste recepten. Toch kunnen enkele kneepjes van het vak een basis vormen om bewust aan goede communicatie te werken met ouders.
Actief luisteren
Door actief te luisteren toon je je gesprekspartner dat je echt luistert en wilt begrijpen wat er gezegd wordt. Deze techniek train je best eerst in neutrale situaties zodat je ze vervolgens bij moeilijkere situaties onder de knie hebt.
Enkele tips ( Klasse voor leraren, 2000 (2000). De Eerste Lijn. Communicatie. Klasse voor leraren. , Langedijk, 2010 Langedijk, A. (2010). Communiceren met ouders? Maak er werk van! Amsterdam, Uitgeverij SWP. , p. 47-53; 96-97):
- Let op je non-verbale communicatie. Doe dit via een open en geïnteresseerde lichaamstaal. Dit uit zich in je houding, handgebaren, knikken, je gezichtsuitdrukking, … .
- Stel vragen.
- Parafraseer."Als ik u goed begrijp, vindt u dat…". Hierdoor laat je zien dat je begrijpt wat je gesprekspartner zegt. Deze krijgt tevens de gelegenheid hierop correcties aan te brengen. Dit helpt ook om je te focussen op datgene wat je gesprekspartners zegt vooraleer je zelf een reactie geeft.
- Erken gevoelens (en sluit hierop aan). "Ik kan me voorstellen dat…". "Wat moet je je … hebben gevoeld."
- Nodig uit om meer te vertellen.. "Kan u me zeggen hoe…", "Kan je nog even ingaan op…".
- Echo kernwoorden. Dit helpt om een helder en betekenisvol beeld te krijgen van elementen die vaag overkomen. Je herhaalt sleutelwoorden die de ouders gebruiken om deze verder te verhelderen. Moeder: "Hem naar school krijgen is een hele klus." Leerkracht: "U zegt een hele klus, wat bedoelt u hiermee?".
Open vragen stellen
Door vragen te stellen kun je je gesprekspartner uitnodigen om te praten en aan te geven dat je luistert en geïnteresseerd bent. De meeste mensen hebben van nature uit de neiging om gesloten vragen te stellen, vragen die enkel met ‘nee’ of ‘ja’ kunnen beantwoord worden. Door open vragen te stellen spoor je je gesprekspartner aan om meer te vertellen waardoor je een accurater beeld kunt krijgen van het gespreksonderwerp ( Langedijk, 2010 Langedijk, A. (2010). Communiceren met ouders? Maak er werk van! Amsterdam, Uitgeverij SWP. , p. 47-53).
Prenen & Wysmans, 2004 Prenen, R. & Wysmans, M. (2004). Praten met ouders. Een gids voor leerkrachten, zorgbegeleiders, opvoeders en leerlingenbegleiders. (p. 97) geven volgende voorbeelden van open vragen:
- “Kunt u mij iets meer vertellen over het conflict met Mike?”
- “Ik vraag me af hoe u het klaarspeelt om na een drukke dag nog een uur wiskunde te oefenen?”
- “Als het beter zou gaan met Bjorn, wat zou er dan anders zijn?”
- “Wat denkt u over het gedrag van Frauke?”
- “Hoe bekijken jullie het probleem van Bregje?”
Objectieve informatie leveren
Het belang samenvatten
Door af en toe samen te vatten (parafraseren) wat de ander zegt kun je je gesprekspartner tonen dat je het gesprek volgt en begrijpt wat er gezegd wordt. Samenvatten van het gesprek kan echter ook handig zijn om ( Langedijk, 2010 Langedijk, A. (2010). Communiceren met ouders? Maak er werk van! Amsterdam, Uitgeverij SWP. , p. 47-53):
- Ordening in het verhaal aan te brengen.
- Te stimuleren om verder te vertellen.
- De lijn van het verhaal vasthouden.
- Leiding in het gesprek te nemen.
- Rust in een gesprek te brengen.
- Inhoud van gevoelens te scheiden.
- Aangeven welke gevoelens of ideeën je in het verhaal – tussen de regels – hoort doorklinken.
- Emotionele uitspraken tot de kern van de zaak terug te brengen.
Aandachtspunten bij het geven van een samenvatting ( Langedijk, 2010 Langedijk, A. (2010). Communiceren met ouders? Maak er werk van! Amsterdam, Uitgeverij SWP. , p. 47-53; Prenen & Wysmans, 2004 Prenen, R. & Wysmans, M. (2004). Praten met ouders. Een gids voor leerkrachten, zorgbegeleiders, opvoeders en leerlingenbegleiders. , p. 96-97):
- Geef aan dat je gaat samenvatten. "Als ik je goed begrijp, bedoel je…?", "Je wilt dus zeggen dat…?","Laat mij dit even op een rijtje zetten…".
- Geef de samenvatting in je eigen woorden.
- Laat je eigen oordeel achterwege en wees zo objectief mogelijk.
- Doe het soms in vragende vorm, zodat de ander expliciet wordt uitgenodigd erop te reageren (bijvoorbeeld: "Dus je vindt het belangrijk dat je kind…"). Nodig de ander ook uit om samen te vatten (bijvoorbeeld: "Wat zijn volgens jou de belangrijkste punten bij de opvang van je kind?").
- Een samenvatting rond je het best af met een check-up: "Heb ik dit juist begrepen?", "Zeg ik het zo goed?".
Ruimte voor stiltes
Wees niet bang voor stiltes.
- Ze geven de gesprekspartner de ruimte om ingewikkelde zaken te overdenken en eventueel nog aanvullingen te geven.
- Met stiltes kun je rust in het gesprek brengen en respect tonen.
- De stilte kun je steeds doorbreken door samen te vatten wat de partner laatst heeft gezegd en door daarop een nieuwe vraag te stellen.