In een krachtige (taal)leeromgeving

"Moet je vaktermen en schoolse woordenschat zoveel mogelijk vermijden om alle leerlingen gelijke kansen te bieden?” 

Nee! In de maatschappelijke context of in de latere beroepspraktijk zullen leerlingen ook met gelijkaardige complex en abstract taalgebruik moeten kunnen omgaan (GOK-Fiche, schooltaal- en vaktaal aanbrengen). 

“Kunnen we taalbarrières opheffen door leerlingen enkel verklarende woordenlijsten te geven en moeilijke woorden voortdurend uit te leggen?” 

Dit kan zeker waardevol zijn. Zo illustreren de docentes van het Zorgportaal IVV Sint-Vincentius hoe dit vervelende situaties kan voorkomen:

 

Maar deze hulpmiddeltjes zijn niet voldoende om taalbarrières op te heffen! Taal leer je niet uit een woordenboek maar wel door er actief mee aan de slag te gaan en taalcompetenties stap voor stap op te bouwen. Hier kan niet enkel de leraar Nederlands, maar élke leraar aan bijdragen door bewust met taal om te gaan in de lesopzet, interactie met leerlingen en opdrachten (GOK-Fiche, schooltaal- en vaktaal aanbrengen).

De docentes van het zorgportaal in IVV Sint-Vincentius werken ook in het vak ‘leren-leren’ aan een krachtige taalleeromgeving. Welke tips kan je hieruit meenemen naar je eigen lespraktijk? 

Ook in dit beeldverhaal zie je hoe een lerares uit het eerste leerjaar aan een krachtige taalleerlomgeving werkt.  

Hieronder zie je een aantal filmpjes van leraren die aandacht besteden aan schooltaal. 

Enkele observatievragen om met deze filmfragmenten aan de slag te gaan:

  • Beschrijf de klas: leerlingpopulatie, klasindeling, klasgrootte, klasindeling. Vergelijk dit met de klassen waar je zelf observeert of lesgeeft. 
  • Wat leren de leerlingen? Welke inhouden en praktische vaardigheden komen zoal aan bod? Welke sleutelcompetenties voor leren VOOR diversiteit komen aan bod? 
  • Hoe leren de leerlingen? Welke organisatievorm(en) en werkvormen zie je? Welke didactische voorwaarden voor leren IN diversiteit worden vervuld? 
  • Hoe stimuleert de leraar het leerproces van de leerlingen? Beschrijf een aantal interventies of handelingen.
  • Op welke wijze inspireert de aanpak van de leraar jou? Bij welke zaken stel je je vragen? Hoe zou je die dingen anders aanpakken? 

Welke inspiratie haal je uit onderstaande illustraties van TV Klasse om een krachtige taalleeromgeving vorm te geven? 

 

Onder ‘Aan de slag’ vind je verschillende kijkwijzers voor een krachtige taalleeromgeving. 

Via taakgerichte aanpak

Oefening Een taakgerichte aanpak

In een taakgerichte aanpak wordt  vertrokken vanuit concrete en/of alledaagse ervaringen van leerlingen. Leerlingen beleven het thema en spreken eerst in alledaagse taal over het nieuwe onderwerp. Daarbij wordt de voorkennis geactiveerd. Zo wordt op basis van persoonlijke ervaringen en kennis een basis gevormd. 

Vanuit deze basis wordt via een traject van leeractiviteiten gewerkt naar een theoretisch perspectief. In dit traject, waarin leerlingen steeds zelfstandiger worden, leren ze de schooltaal gebruiken in functie van een niet-talig doel dat moet worden bereikt: een probleem oplossen, een handeling uitvoeren, een voorwerp maken, … Hierbij wisselt de leraar voortdurend tussen schoolse taal en taal. Vaktermen worden expliciet geïntroduceerd, bv. ‘In de fysica noemt men dit…’. Belangrijk daarbij is dat de nieuwe inhouden en termen herhaaldelijk en in uiteenlopende situaties aan bod komen. Een veelzijdige & gevarieerde aanpak Deze aanpak komt tegemoet aan de brede ontwikkeling van lerenden, hun diverse individuele leerstijlen, interactiewijzen en meervoudige intelligenties. Door te differentiëren en lerenden afwisselend bloot te stellen aan verschillende didactische- en leermethoden krijgen ze meer kansen om verschillende leervaardigheden en strategieën te ontplooien. staat dus voorop!

Pas in een laatste fase wordt overgegaan naar een theoretisch perspectief. De theorie is dus het eindpunt van het leerproces. Of zoals Bogaert, 2009 Bogaert, N. (2009). Het leven na TAS en TIST in andere vakken dan het vak Nederlands. GOKschrift, 11.  het verwoordt: “Het is het topje van een piramide met een brede basis van persoonlijke ervaringen en daaruit voortvloeiende kennis.” Deze benadering wordt ook wel de ervaringsgebaseerde theoretische kennisbenadering genoemd.

Deze aanpak kan als volgt worden gevisualiseerd ( Bogaert, 2009 Bogaert, N. (2009). Het leven na TAS en TIST in andere vakken dan het vak Nederlands. GOKschrift, 11.  ): 

Voor een verdere uitwerking en voorbeelden verwijzen we naar: Bogaert, N. (2002). Wetenschap onder woorden. Taal en de niet-taalvakken. In: Derriks, L. (Red.), Retoriek en praktijk van het schoolvak Nederlands (pp. 147-155). Gent: Academia Press.

Enkele tips voor het ontwerpen van uitdagende en motiverend taken ( Bogaert, 2009 Bogaert, N. (2009). Het leven na TAS en TIST in andere vakken dan het vak Nederlands. GOKschrift, 11.  ):

  • Geef opdrachten die aanzetten tot actie.
  • Kies je opdrachten zo dat ze een tastbaar eindresultaat vereisen. Zo is het lezen en verwerken van teksten geen vrijblijvende activiteit. 
  • Maak samenwerking noodzakelijk.
  • Schep de noodzaak tot lezen. Dit lezen staat echter in functie van een specifiek doel. Bovendien is gericht lezen minder bedreigend, niet alle informatie moet worden verwerkt. 
  • Schep de noodzaak tot (samenwerkend) schrijven. 

Neem ook een kijkje op de GOK-fiche ‘Motiverende en uitdagende opdrachten’ voor meer achtergrondinformatie en tips!

Een taakgerichte aanpak neemt uiteraard meer tijd in beslag dan het zuiver omschrijven van woorden en toelichten van definities.  Maar de tijd die je investeert levert een brede waaier aan voordelen op die verder rijkt dan louter de beheersing van de schooltaal ( Bogaert, 2009 Bogaert, N. (2009). Het leven na TAS en TIST in andere vakken dan het vak Nederlands. GOKschrift, 11.  ) :

  • Positieve leereffecten.
  • Inzichtelijke en duurzame kennisverwerving.
  • Duurzame kennis is een fundering die maakt dat het verwerven van nieuwe kennis en competenties vlotter verloopt en minder tijd vraagt. 
  • Effecten op motivatie en welbevinden, zowel bij de leerlingen als bij de leraar. 
  • Doordat leerlingen zich bekwamen in het zelfontdekkend, zelfstandig en samenwerkend leren heeft deze aanpak een emancipatorische functie. 

Via samenwerkend leren

Via samenwerkend leren Samenwerkend leren besteedt veel aandacht aan de wijze waarop lerenden elkaar waarnemen en met elkaar interageren. Op die manier kan je werken aan statusproblemen van zwakkere lerenden. De grote troef van samenwerken is dat uiteenlopende perspectieven sneller naar voren komen en kunnen leiden tot gezamenlijke opbouw van kennis.  kunnen leerlingen hun voorkennis verwoorden en zo de schooltaal verkennen, uitproberen, …  ( Smet, 2000 Smet, G. (2000). Geïntegreerd taalvaardigheidsonderwijs via taken.In: Reader Vlaams/Nederlandse conferentie Intercultureel Onderwijs (ICO), Nederlands als tweede taal (NT2), voortgezet/secundair onderwijs. Antwerpen. ; Bogaert, 2009 Bogaert, N. (2009). Het leven na TAS en TIST in andere vakken dan het vak Nederlands. GOKschrift, 11.  ). 

Zorg voor talig heterogene groepen ( heterogene groepsvorming Interactie in heterogene groepen vergroot de kansen op leren omgaan met diversiteit en de sociale spanningen die daaruit voortvloeien: de verschillen zijn groter en veelzijdiger en er moet meer worden onderhandeld. ). Dit is zowel voor zwakkere als sterke leerlingen een troef. Zwakkere leerlingen krijgen ondersteuning van leeftijdgenoten die gemakkelijker de vertaling naar alledaagse taal maken. De sterkere leerlingen oefenen het expliciteren van kennis door anderen uitleg te geven. Naast het leereffect (en  leren-van-elkaar We creëren onder invloed van onze interactie met anderen actief nieuwe referentiekaders en stellen de bestaande voortdurend bij. Essentieel hierbij is een basishouding van reflectie en zelfkritiek, zowel op ons zelf als op tradities, verworvenheden, normen en waarden van de groepen waartoe we behoren. ) heeft dit ook een positieve invloed op het zelfvertrouwen, competentiegevoel en motivatie van sterke en zwakkere leerlingen ( Smet, 2000 Smet, G. (2000). Geïntegreerd taalvaardigheidsonderwijs via taken.In: Reader Vlaams/Nederlandse conferentie Intercultureel Onderwijs (ICO), Nederlands als tweede taal (NT2), voortgezet/secundair onderwijs. Antwerpen. ; Bogaert, 2009 Bogaert, N. (2009). Het leven na TAS en TIST in andere vakken dan het vak Nederlands. GOKschrift, 11.  ). De plaats van de leraar

De plaats van de leraar

De leraar is in dit samenwerkend leren niet onmisbaar! De manier waarop je de taak introduceert, de leerlingen motiveert en tijdens de uitvoering (re)mediërend optreedt, maakt het verschil! Doordat je over de schouders meeluistert, krijg je een beeld van mogelijke misvattingen of slecht verteerde schoolse kennis en kan je de leerlingen terug op pad helpen via sturende vragen, verwerkingstips, leestips en aanmoediging. Jouw plaats in de klas is niet meer voor de klasgroep maar net naast de leerlingen ( Smet, 2000 Smet, G. (2000). Geïntegreerd taalvaardigheidsonderwijs via taken.In: Reader Vlaams/Nederlandse conferentie Intercultureel Onderwijs (ICO), Nederlands als tweede taal (NT2), voortgezet/secundair onderwijs. Antwerpen. ; Bogaert, 2009 Bogaert, N. (2009). Het leven na TAS en TIST in andere vakken dan het vak Nederlands. GOKschrift, 11.  ). 

Voor meer leesvoer, tips en inspirerende voorbeelden verwijzen we naar volgende GOK-fiches:

GOK-fiche Schooltaal- en vaktaal aanbrengen GOK-fiche Werken met talig heterogene groepen GOK-fiche Leestaken in de zaak- en praktijkvakken

GOK-fiche Leerkracht-leerling interactie GOK-fiche Schrijftaken in de zaak- en praktijkvakken GOK-fiche Motiverende en uitdagende opdrachten

Creative Commons License