Onbevooroordeeldheid & non-discriminatie
Een stereotype bestaat voornamelijk uit gedeelde ideeën over een bepaalde groep mensen. Het is een geheel van eigenschappen die een groep mensen samenbrengt in termen van gedrag, gewoontes,… Iedereen heeft stereotypen nodig om de wereld rondom zich te structureren. Maar we hanteren niet altijd dezelfde stereotypen. We hebben niet altijd dezelfde referentiekaders. Wanneer we referentiekaders delen, is het mogelijk dat we ze anders gebruiken afhankelijk van de context.
Omgaan met diversiteit betekent dat we ons bewust worden van onze stereotypen en deze zeker niet laten uitmonden in vooroordelen (= oordelen die we over anderen vormen op basis van onze stereotypen, dus zonder hen echt te kennen). We gaan anderen beschouwen als individuen en hen onbevangen observeren in een specifieke context. Daarnaast hoeden we ons ervoor om anderen niet te discrimineren.
Voor meer info en de vertaling van deze competentie naar het beroepsprofiel en de basiscompetenties van de leraar, klik hier!
In het thema sociaal-cultureel bewustzijn gaan we ook in op omgaan met pesterijen en racisme in de klas.
Sommige mensen gaan er al te gemakkelijk van uit dat moslimkinderen opgroeien in autoritaire gezinnen waar meisjes worden onderdrukt, dat allochtone kinderen leven tussen twee culturen en dus identiteitsproblemen hebben, dat kansarme autochtone kinderen thuis structuur en organisatie missen in hun leven en dat hun omgangstaal een gebrekkige versie is van de standaardtaal, dat kinderen in eenoudergezinnen een tweede ouder missen, dat kinderen in holebi-gezinnen een vader- of moederrol ontbreken, … ( Sierens, 2007 Sierens, S. (2007). Leren voor diversiteit. Leren in diversiteit. Burgerschapsvorming en gelijke leerkansen in een pluriforme samenleving. Een referentiekader. Universiteit Gent: Steunpunt Diversiteit & Leren. ).