Een gebedsruimte op school?

Sociaal-cultureel vraagstuk

Doelstellingen

  • De studenten maken zich de competentie  multiperspectiviteit Omgaan met diversiteit houdt in dat men zich los kan maken van het eigen perspectief, via verschillende invalshoeken naar zaken kan kijken én zich kan inleven in het perspectief van degenen met wie men in interactie treedt.  eigen. Meer specifiek verwerven ze inzicht in de verschillende perspectieven die aanwezig (kunnen) zijn in een school en de samenleving rond het voorzien van een ruimte die tegemoet komt aan de diversiteit aan spirituele en religieuze behoeften binnen een schoolgemeenschap.
  • De studenten denken na over de verschillende aspecten rond de praktische implementatie van een ruimte die tegemoet komt aan de behoefte van islamitische jongeren om te bidden en de spirituele en religieuze behoeften binnen een schoolgemeenschap in het algemeen.
  • De studenten kunnen een uitgewerkt idee op een aantrekkelijke wijze voorstellen en toelichten. 

Timing



Lang (één of meerdere lesuren)

Richtlijnen

Met wie?

Deze opdracht betreft een groepsopdracht waaraan in groepen van 4 zowel digitaal (met behulp van een discussieforum) als in de klas kan gewerkt worden. Ook de presentatie van de resultaten kan zowel digitaal gebeuren als mondeling in de klas. Afhankelijk van de werkwijze waarvoor men kiest zullen lichte aanpassingen moeten gemaakt worden aan de opdracht.

Voorbereiding

Voor elke student wordt een bronnenkaart voorzien:

Opdracht

1. Elk groepslid krijgt een bronnenkaart die hij of zij individueel doorneemt. Daarna vat elkeen kort samen wat hij of zij heeft gelezen en wat zijn of haar eigen visie en/of mening is omtrent datgene wat gelezen werd. Verschillende meningen worden in groep uitgewisseld en men tracht binnen de groep via dialoog min of meer tot consensus te komen omtrent de vraag of op school al dan niet een ruimte moet ingericht worden waar moslimjongeren kunnen bidden indien ze dit wensen.

De bronnenkaarten:

2. Eens de groep tot een vorm van consensus is gekomen wordt nagedacht over praktische overwegingen die in acht moeten genomen worden bij het inrichten van een ruimte die tegemoet kan komen aan de wens van moslimleerlingen om te bidden. Of men ervoor kiest louter een ruimte op te zetten voor moslimleerlingen, of deze vraag breder beantwoordt, bepaalt men zelf. Er wordt een lijst opgesteld met zaken waaraan zoal gedacht zal moeten worden wanneer een dergelijke ruimte zal ingericht worden. Hier kunnen volgende vragen richtinggevend zijn:

  • Waarom? Waarvoor? Met wie? Voor wie? Hoe? Wanneer? Welke regels en/of afspraken? Waar? (omgaan met) weerstanden?

3. In de derde fase wordt nagedacht over een concreet initiatief dat kan ondernomen worden om moslimleerlingen de mogelijkheid te bieden op school te bidden. Men houdt daarbij een concrete school voor ogen, waar een deel van de populatie moslim is. Dit kan een stageschool zijn, de eigen onderwijsinstelling, een vroegere school, ... Bij de uitwerking van het concrete idee wordt een antwoord geformuleerd op de elementen die werden opgelijst onder (2). Daarbij houdt de studenten er rekening mee dat niet op alle zaken een antwoord kan geformuleerd worden gezien het een denkoefening betreft. Van groot belang is dat de genomen beslissingen steunt op degelijke argumenten en dat elk van de groepsleden zich in deze beslissingen kan terugvinden. Mogelijke valkuilen van de genomen beslissingen worden geïnventariseerd. Ook denken de studenten na over de mogelijke weerstanden die de beslissingen kunnen veroorzaken en op welke manier hieraan tegemoet kan gekomen worden.

4. Het idee wordt visueel gemaakt zodat dit op een aantrekkelijke wijze kan voorgesteld worden aan de rest van de groep. De presentatie vindt op een interactieve wijze plaats waardoor het publiek de kans krijgt om vragen te stellen, opmerkingen te formuleren, ...

Enkele inspirerende ideeën omtrent de concrete uitwerking zijn:

  • Maak een moodboard: een moodboard is een visualisatie van een concept, idee, gedachte of gevoel. Een moodboard wordt ook wel een beeldcollage genoemd, maar is meer dan dat. Diverse elementen communiceren details die voor de visie of de doelgroep belangrijk zijn. In werkgebieden waarin veel ontworpen wordt, bijvoorbeeld de web-, auto- of modedesign branche, wordt vaak gebruik gemaakt van moodboards. Deze geven een indruk van concepten, ontwerpen en toekomstige trens of collecties. Maak in de moodboard omtrent jullie ruimte een visualisatie van de doelstellingen, achterliggende ideeën, invullingen, sfeer die de ruimte zal oproepen. Hier kun je er ook voor kiezen al dan niet gebruik te maken van symbolen of specifiek religieuze elementen.
  • Maak een maquette, een tekening, een computersimulatie, … rekening houdend met de gekozen ruimte en achterliggende visie. Let op lichtinval, vormen, beperkingen en mogelijkheden van de gekozen locatie, afstemming van de locatie op het publiek, .... Denk ook na over het al dan niet integreren van kunst, multimediamogelijkheden, … . Dit kan een invloed hebben op de aantrekkelijkheid en toegankelijkheid van de ruimte. Daarnaast denkt men ook na over het meubilair. Kiest men voor zitmeubels, kussens, tapijten, … staan er tafels of kasten in de ruimte?
  • Ontwerp een brochure of folder waarin de ruimte wordt voorgesteld. In deze brochure kan een korte uitleg staan over de locatie van de ruimte, het doelpubliek, de achterliggende motivatie, de ontstaansgeschiedenis. Daarnaast kan de brochure ook een kalender omvatten met de activiteiten die zullen plaatsvinden in de ruimte.
  • Bereid de inhuldiging voor. Maak een tekst, PowerPoint, … voor de inhuldiging van de ruimte. Stel ook uitnodigingen op en een lijst met genodigden. 

Nabespreking

Onderstaande lijst van criteria kunnen gebruikt worden ter ondersteuning of evaluatie van de inhoudelijke uitwerking van vragen 2, 3 en 4.

Waarom - De visie:

  • Welke visie op geloof, spiritualiteit, levensbeschouwing en diversiteit hierin wordt uitgedragen door de school? Welke visie hierop is aanwezig onder de schoolgemeenschap?

Waarvoor?

  • Waarvoor dient de ruimte gebruikt te worden? Voor gebed, bezinning, viering en spiritualiteit? Ook voor rouw of voor bijvoorbeeld het tentoonstellen van kunstwerken van de leerlingen of voor het geven van specifieke lessen? Kiest men eerder in de richting van een polyvalente ruimte die ook voor andere doeleinden wordt gebruikt of kiest men voor een ruimte die enkel dient voor spirituele doeleinden? Kiest men ervoor verschillende visies op religie en spiritualiteit te bundelen binnen één ruimte of kiest men voor afzonderlijke ruimtes? Deze keuze hangt zowel samen met de achterliggende visie als met de praktische mogelijkheden.

Wie?

  • Bij het uitdenken en realiseren van een spirituele, sacrale of religieuze ruimte, kan men een uitgebreid team samen te stellen, met vertegenwoordigers uit alle geledingen van de school (leerlingen uit de verschillende graden, leerkrachten godsdienst en zedeleer, leerkrachten van theoretische én praktijkvakken, onderhouds- en ondersteunend personeel, directie, …). Betrekt men hier ook ouders of personen (imam, priester, vrijzinnigen,kunstenaars…) van buiten de school?
  • Anderzijds kan men er ook voor kiezen om, bijvoorbeeld binnen de lessen godsdienst, met hele klassen aan het werk te gaan rond één of meerdere facetten van het inrichten van de ruimte. Ook hier is overleg tussen alle betrokken partijen erg belangrijk.

Welke regels gelden er in de ruimte?

  • Is het een ruimte waar men stil moet zijn of is het een ruimte waarin ook luidop kan gepraat worden en welke invloed heeft dit op het sacrale karakter van de ruimte?

Wanneer?

  • Wanneer kunnen mensen toegang krijgen tot de ruimte? Voor of na de lessen, tussen de lessen, tijdens de middagpauze? Kan iedereen steeds gelijktijdig toegang krijgen tot de ruimte? Of zijn er bepaalde momenten die gereserveerd worden voor bepaalde groepen? Welke activiteiten vinden er plaats in de ruimte?

Hoe?

  • Welk budget is er beschikbaar? Veel van de praktische uitwerking hangt immers af van het budget dat kan gespendeerd worden aan materialen, werkuren, kunst, audio en video, … .

Waar?

  • Waar wordt deze ruime geïntegreerd? De schoolgebouwen en de potentiële uitbreidingen hiervan worden onderzocht vanuit een dubbele vraag: waar bestaat de mogelijkheid om op school een ‘sacrale’/gebeds-ruimte tot stand te brengen en welke locatie is, vanuit de visie op spiritualiteit en gemeenschap, eigenlijk het meest geschikt om tot deze ruimte omgevormd te worden. Hierbij hoef je je, afhankelijk van de visie, niet te beperken tot de gebouwen zelf. 

Alternatieven en transfer

Alternatieve werkvormen

Alternatieve toepassingen

  • Eenzelfde oefening kan gemaakt worden op basis van gelijk welke relevante diversiteitskwestie op schoolniveau.

Transfer

  • Ook als lerarenopleiding kunt u dezelfde denkoefening maken omtrent gelijkaardige diversiteitsvraagstukken op het niveau van de instelling. 
  • Via  samenwerkend leren Samenwerkend leren besteedt veel aandacht aan de wijze waarop lerenden elkaar waarnemen en met elkaar interageren. Op die manier kan je werken aan statusproblemen van zwakkere lerenden. De grote troef van samenwerken is dat uiteenlopende perspectieven sneller naar voren komen en kunnen leiden tot gezamenlijke opbouw van kennis.  wordt gewerkt aan  Onbevooroordeeldheid & non-discriminatie Omgaan met diversiteit betekent dat we ons bewust worden van onze stereotypen en deze zeker niet laten uitmonden in vooroordelen. We gaan anderen beschouwen als individuen en hen onbevangen observeren in een specifieke context. Daarnaast hoeden we ons ervoor om anderen niet te discrimineren. multiperspectiviteit Omgaan met diversiteit houdt in dat men zich los kan maken van het eigen perspectief, via verschillende invalshoeken naar zaken kan kijken én zich kan inleven in het perspectief van degenen met wie men in interactie treedt. flexibiliteit Kunnen functioneren in een complexe samenleving veronderstelt dat we vlot kunnen switchen tussen verschillende codes die worden gehanteerd, naargelang context, personen, situaties, culturen. Hier gaat een dynamisch proces aan vooraf van observeren, afwegen, uittesten wat wel en niet kan, onderhandelen en zich manifesteren of aanpassen zonder het eigen referentiekader te verloochenen. dialoog & samenwerking De dialoog is de gespreksvorm waarin diversiteit het best tot haar recht komt. Er wordt tijd uitgetrokken om te luisteren en op een evenwaardige manier tot uitwisseling van betekenissen te komen. Samenwerking is de handelwijze waarbij diversiteit als meerwaarde wordt benut. Samenwerken in heterogene groepen kan soms tot conflicten leiden. Maar ook dat is een normaal gegeven waar we moeten leren mee omgaan.  en  leren-van-elkaar We creëren onder invloed van onze interactie met anderen actief nieuwe referentiekaders en stellen de bestaande voortdurend bij. Essentieel hierbij is een basishouding van reflectie en zelfkritiek, zowel op ons zelf als op tradities, verworvenheden, normen en waarden van de groepen waartoe we behoren.
Creative Commons License