De relationele elementen van je identiteit
Verruim je blik
Doelstellingen
- Inzicht verwerven in de verschillende elementen van de eigen identiteit en de identiteit van anderen.
- Zich bewust worden van de wijze waarop de identiteit verandert afhankelijk van de context waarin men zich bevindt.
- Zich bewust worden van de identiteitsconflicten waar men (mogelijk) mee te maken krijgt.
Timing
Middellang (groot deel van een lesuur/volledig lesuur)
Richtlijnen
Met wie?
- Het eerste deel van deze oefening wordt individueel gemaakt.
- In het tweede deel van de oefening is het de bedoeling om een deelnemer te interviewen. De deelnemers worden onderverdeeld in 2 groepen. De ene groep is de A-groep, de andere de B-groep. De leden van elke groep maken duidelijk (door middel van een kenteken, sticker, ...) tot welke groep ze behoren.
- Deze oefening kan ook individueel gemaakt worden. Zo gaat echter de meerwaarde van het samenwerkend leren Samenwerkend leren besteedt veel aandacht aan de wijze waarop lerenden elkaar waarnemen en met elkaar interageren. Op die manier kan je werken aan statusproblemen van zwakkere lerenden. De grote troef van samenwerken is dat uiteenlopende perspectieven sneller naar voren komen en kunnen leiden tot gezamenlijke opbouw van kennis. verloren.
Voorbereiding
- Zorg voor voldoende ruimte en materiaal. Kunnen de mozaïeken die de deelnemers maken ergens worden opgehangen?
- Zoek bij de voorbereidingen uit welke identiteiten een rol spelen bij de doelgroep. Zijn er taboeonderwerpen of gevoelige punten in de groep? Zorg dat je zelf een overzicht hebt van mogelijke identiteiten en van identiteiten die je eventueel wilt benadrukken.
- Benodigdheden per deelnemer:
- Vel papier & tekenmateriaal of digitaal tekenmateriaal.
- De nodige achtergrondinformatie omtrent identiteitsconstructie in een diverse samenleving.
- De interviewvragen.
Opdracht
A. Individuele deel
- Lees de achtergrondinformatie omtrent de individuele identiteit.
- Maak voor jezelf een mozaïek opgebouwd uit alle componenten die deel uitmaken van jouw identiteit. Geef aan de hand van de grootte en de kleuren aan welke elementen voor jou erg belangrijk zijn (groot) en welke voor jou minder belangrijk zijn (klein). Op welke elementen je heel erg trots bent (bv. in het rood) en welke elementen je zoveel mogelijk zou willen verdringen (bv. in het grijs).
- Maak nu een hiërarchie in deze componenten voor jouw sociale rol als leraar/docent/student.
- Maak nu een nieuwe hiërarchie die vooral van toepassing is op jouw sociale identiteit in het weekend. Zijn hier grote veranderingen?
- Stel dat je vandaag moet vluchten naar een land waar je de taal niet kent, geen huis en geen familie hebt, wat gebeurt er dan met deze mozaïek?
- Of stel dat je partner gewelddadig wordt tegen jou en tegen de kinderen, wat gebeurt er dan met de mozaïek? Wat gebeurt er met de kracht die je had in je eerdere activiteiten en (hoe) zou die weer terug te winnen zijn?
B. Interview
- Formuleer nu op basis van de inzichten in jouw identiteit een antwoord op onderstaande interviewvragen.
- Tijdens de eerste interviewsessie interviewt iemand uit de A-groep iemand uit de B-groep. Na dit interview gaat iedereen op zoek naar een nieuwe partner uit de andere groep. Tijdens deze tweede sessies interviewt iemand uit de B-groep iemand uit de A-groep.
Nabespreking
- Als afsluiter kunnen de deelnemers hun mozaïeken en hiërarchieën plenair aan elkaar presenteren.
- Bespreek dat in elke situatie een ander punt in iemands ‘identiteitsmozaïek' in meerdere of mindere mate oplicht, maar dat mensen zichzelf ervaren als één geheel. Wanneer iemands anders op een bepaald moment slechts één aspect van jouw identiteit benadrukt en daarbij de andere punten uitsluit, kan je het gevoel krijgen dat je wordt klemgezet. Op dat moment kan je namelijk niet zelf kiezen wat je op de voorgrond zegt, wat je wel of even niet wilt laten zien. Op het moment dat een ander jou alleen maar ziet als vrouw of als islamiet of als homo is dat een ontkenning van de rest van je identiteiten, die je op dat moment liever naar voren zou laten komen.
- Het is ook van belang dat je in je identiteiten niet losstaat van je geschiedenis. Als één van jouw identiteitsaspecten geschonden is kan dit ervoor zorgen dat je sterker gaat reageren wanneer iemand jou hierop uitsluit, aanspreekt, veroordeelt, … of dat je dit of net andere identiteitsaspecten net extra in de verf zal gaan zetten.
- Hangt iemands identiteit samen met het soort werk dat men doet? Welke invloed hebben identiteiten op de samenstelling van de groep en de sfeer binnen die groep?
- Bij deze oefening valt ook vaak op dat de norm (wit, man, hetero, valide, etc.) niet of weinig worden genoemd als belangrijke aspecten van iemands identiteit. Bespreek dit ook.
Alternatieven en transfer
Alternatieve werkvormen
Alternatieve toepassingen
In een groep die bekend is met elkaar kan je de mozaïeken ophangen zonder naam erbij. Vraag de deelnemers naar de mozaïeken te kijken en te bedenken welke van wie is.
- Schets de mozaïek van iemand anders identiteit. Dit vereist een nauwe samenwerking in duo's en een veilig klasklimaat. Daarbij is het belangrijk om niemand te forceren zaken te delen die hij of zij niet wil delen. Welke vooroordelen komen naar voor wanneer men iemand anders identiteit wil schetsen?
- Het interview kan ook vastgelegd worden onder de vorm van een magazine-interview, videoreportage, ... . Op deze wijze kan zowel het product (inhoudelijk en vormelijk) als het proces (samenwerking) breed geëvalueerd worden. Deze evaluatie kan gebeuren via peerevaluatie, aangevuld door feedback door de docent.
Transfer
- Via deze oefening werkt men via samenwerkend leren Samenwerkend leren besteedt veel aandacht aan de wijze waarop lerenden elkaar waarnemen en met elkaar interageren. Op die manier kan je werken aan statusproblemen van zwakkere lerenden. De grote troef van samenwerken is dat uiteenlopende perspectieven sneller naar voren komen en kunnen leiden tot gezamenlijke opbouw van kennis. , aan multiperspectiviteit Omgaan met diversiteit houdt in dat men zich los kan maken van het eigen perspectief, via verschillende invalshoeken naar zaken kan kijken én zich kan inleven in het perspectief van degenen met wie men in interactie treedt. , normaliteit Diversiteit is alomtegenwoordig. We kunnen en mogen op alle mogelijke manieren van elkaar verschillen. Dit houdt geen waardeoordeel in. Het gaat enkel om de vaststelling en principiële aanvaarding van een feitelijke situatie, die plezierig, boeiend en leerrijk kan zijn, maar evengoed verwarrend, vreemd of onaangenaam. , flexibiliteit Kunnen functioneren in een complexe samenleving veronderstelt dat we vlot kunnen switchen tussen verschillende codes die worden gehanteerd, naargelang context, personen, situaties, culturen. Hier gaat een dynamisch proces aan vooraf van observeren, afwegen, uittesten wat wel en niet kan, onderhandelen en zich manifesteren of aanpassen zonder het eigen referentiekader te verloochenen. , dialoog & samenwerking De dialoog is de gespreksvorm waarin diversiteit het best tot haar recht komt. Er wordt tijd uitgetrokken om te luisteren en op een evenwaardige manier tot uitwisseling van betekenissen te komen. Samenwerking is de handelwijze waarbij diversiteit als meerwaarde wordt benut. Samenwerken in heterogene groepen kan soms tot conflicten leiden. Maar ook dat is een normaal gegeven waar we moeten leren mee omgaan. en leren-van-elkaar We creëren onder invloed van onze interactie met anderen actief nieuwe referentiekaders en stellen de bestaande voortdurend bij. Essentieel hierbij is een basishouding van reflectie en zelfkritiek, zowel op ons zelf als op tradities, verworvenheden, normen en waarden van de groepen waartoe we behoren. .