Aanpassen in kledij?
Toepassing TOPOI
Doelstellingen
- Een casus kunnen analyseren op basis van het TOPOI-model.
- Alternatieve handelingsmogelijkheden formuleren bij een casusverhaal op basis van de 6 competenties voor leren VOOR diversiteit.
Timing
Middellang (groot deel van een lesuur/volledig lesuur)
Richtlijnen
Met wie?
- De voorgestelde werkvorm ‘Denken-delen-uitwisselen’ vereist een samenwerking in duo’s.
- Deze oefening kan ook individueel gemaakt worden. Op deze manier gaat echter de meerwaarde van het samenwerkend leren Samenwerkend leren besteedt veel aandacht aan de wijze waarop lerenden elkaar waarnemen en met elkaar interageren. Op die manier kan je werken aan statusproblemen van zwakkere lerenden. De grote troef van samenwerken is dat uiteenlopende perspectieven sneller naar voren komen en kunnen leiden tot gezamenlijke opbouw van kennis. verloren.
Voorbereiding
Voorzie per duo:
- Bronnekaart 'Het TOPOI-model'.
- De 6 sleutelcompetenties voor leren VOOR diversiteit.
Opdracht
Een leerling, met Angolese roots, draagt dreadlocks, kralen in zijn haar, diverse ringen aan zijn vingers, enzovoort. De jongen gaat stage lopen bij een installatiebedrijf voor gas, water en licht. Werkplek: de bouw. Als stagebegeleider ga je met de jongen een gesprek aan over het uiterlijk, kleding en de houding die past bij een dergelijk beroep. Wat is nu wel en niet wenselijk en hoe kijkt de leerling daar tegenaan? De reactie van de leerling luidt hierop als volgt: “Waarom moet ik me aanpassen? Ik kom toch om te werken en als ik dat goed doe dan is dat toch genoeg?"
Geef individueel een antwoord op onderstaande vragen. Tracht vervolgens om samen met je partner tot consensus te komen. Tot slot wijst de docent enkele duo’s aan die hun oplossingen presenteren aan de andere studenten. Deze laatsten pikken hierop in indien ze andere oplossingen hebben.
- Analyseer bovenstaande casus op basis van het TOPOI-model. Op welke wijze zijn de elementen taal, ordening, personen, organisatie en inzet relevant voor de interactie die hier plaatsvindt? Niet alle elementen hoeven noodzakelijk relevant te zijn.
- Hoe kan de stagebegeleider dit anders aanpakken? Laat je hierbij leiden door de 6 competenties voor leren VOOR diversiteit.
Nabespreking
Mogelijke analyse
TAAL: Dit gesprek loopt vast op de, steeds terugkerende, maar onwerkbare vraag wie zich aan wie moet aanpassen.
ORDENING: /
PERSONEN: /
ORGANISATIE: Aangezien de stagebeleider dit onderwerp in een persoonlijk gesprek aansnijdt blijkt dat er tot nu toe op de school geen duidelijk voorschriften zijn omtrent kledij op de stageplaats.
INZET: De stagebegeleider wil de jongen beschermen door hem alvast voor te bereiden op de reacties van de bouwvakkers. Hierbij spelen de heersende stereotypie beelden over bouwvakkers een belangrijke rol. Hierbij kunnen we ons ook de vraag stellen of het niet eerder de stagebegeleider zelf is die afwijzende staat tegenover het opvallende uiterlijk van de jongen. De jongen zelf is zich niet bewust van de rol die kledij kan spelen op de werkplaats of stageplaats. Voor hem draait het in de eerste plaats om het goed uitvoeren van het werk dat van hem wordt verlangd. Uiterlijk en kledij is daarbij irrelevant in het opbouwen van een relatie met de collega’s op de stageplaats.
Wat kan de stagebegeleider doen?
De stagebegeleider kan allereerst de jongen erkennen in zijn prachtige outfit en zijn wil om goed zijn best te doen op de stageplaats. Vervolgens kan hij met de jongen een gesprek beginnen over het uiterlijk, de kledij en de houding die passend zijn bij een dergelijk beroep in België, én indien van toepassing, in het herkomstland van de jongen. Zonder in te vullen wat de reacties van de bouwvakkers zullen zijn kan de stagebegeleider de jongen vragen of hij wel eens reacties heeft gehad op zijn uiterlijk en hoe hij daarmee is omgegaan. Als de jongen geen ervaring heeft met reacties, kan de stagebegeleider hem zegen dat hij dat bedrijf kent en dat de jongen mogelijk reacties zal krijgen. Samen met de jongen kan de stagebegeleider dan onderzoeken hoe de jongen daarmee om kan gaan. Het uitgangspunt is hier om de jongen te ondersteunen en zijn competenties aan te spreken om met eventuele reacties om te gaan. Dit kan een luchtig en creatief gesprek worden zonder zwaar en moeilijk te doen over wie zich aan wie aanpast.
Alternatieven en transfer
Alternatieve werkvormen
Alternatieve toepassingen
- Deze oefening kan ook kaderen binnen een stagepraktijk waarbin een incident of gebeurtenis waarin verschillende perspectieven aanwezigen zijn wordt geneanalyseerd op basis van het TOPOI-model.
- Ook kunnen studenten aangespoord worden om op zoek te gaan naar casussen die op een gelijkaardige manier kunnen geanalyseerd worden.
- Het TOPOI-model is slechts één mogelijke manier om een situatie te analyseren. Het is als een bril die je opzet om bepaalde facetten binnen een situatie waar te nemen. Men kan echter ook even goed een andere bril opzetten of zelfs intuïtief te werk gaan om zo tot dezelfde oplossingen te komen. Conform de visie op breed evalueren raden we dan ook aan om verschillende mogelijke oplossingsmanieren en uitkomsten aan te moedigen die aansluiten bij studenten hun competenties.
Transfer
- Zowel het TOPOI-model als de 6 sleutelcompetenties voor leren VOOR diversiteit kunnen toegepast worden in allerhande situaties waarin men zich bewust tracht te worden van de sociaal-culturele dynamieken die van invloed zijn op een gegeven situatie.