De status van Fatma
Oefening met casus
Doelstellingen
- ‘Kijken naar status’ en ‘Werken aan status’ toepassen op een concrete casus.
Timing
Kort (deel van een lesuur)
Richtlijnen
Met wie?
De voorgestelde werkvorm is ‘genummerde hoofden’. Groepen van 3 à 4 personen worden gevormd. De leden van de groep geven zichzelf een nummer of krijgen een nummer van de docent.
Voorbereiding
Volgende zaken worden minimaal voorzien per groep:
- De bronnenkaart met de casus 'De status van Fatma'.
- De bronnenkaart: ‘Kijken naar status’.
- De sleutelcompetenties voor leren VOOR diversiteit en leren IN diversiteit.
Opdracht
1. Elk van de groepsleden krijgt een nummer.
2. Lees de casus 'De status van Fatma'.
2. Bekijk onderstaande vragen per groep. Ga eerst individueel aan het werk met de opdracht. Vergelijk daarna de antwoorden met de groepsleden en geef argumenten om tot een gezamenlijk antwoord te komen.
3. De docent noemt nu een willekeurig nummer (per vraag). Per groep geven de personen die dit nummer hebben weer wat de bevindingen van de groep waren bij de betreffende vraag. Daarna mogen de andere groepsleden de genoemde nummers aanvullen.
A. Kijken naar status
- Bekijk ‘Kijken naar status’ uit het coachingspakket breed evalueren ‘Zie je wat ik kan?!’
- Zou je Fatma’s status als ‘hoog’ of ‘laag’ omschrijven tegenover de andere leerlingen?
- Welke elementen/factoren bepalen de status van Fatma?
- Welke consequenties heeft Fatma’s status voor:
- Het leerproces?
- De interacties met de andere leerlingen in de klas?
B. Werken aan status
- Bekijk de sleutelcompetenties voor leren VOOR diversiteit en de didactische voorwaarden voor leren IN diversiteit.
- Hoe kan Faye aan de status van Fatma werken waardoor (1) de interactie met haar medeleerlingen beter verloopt en (2) Fatma zich minder verveelt in de les Frans?
- Link jouw ‘acties’ aan de relevante sleutelcompetenties voor leren VOOR diversiteit en didactische voorwaarden voor leren IN diversiteit.
- Verdiepingsvraag: Op welke manier zijn (1) en (2) met elkaar verbonden?
Nabespreking
Mogelijke oplossingen bij ‘Werken aan status’
- Bij groepswerken zorgen voor heterogene groepsvorming Interactie in heterogene groepen vergroot de kansen op leren omgaan met diversiteit en de sociale spanningen die daaruit voortvloeien: de verschillen zijn groter en veelzijdiger en er moet meer worden onderhandeld. waardoor de verschillende leerlingen met elkaar in interactie treden. Dit kan bijdragen aan een positiever klasklimaat.
- heterogene groepsvorming Interactie in heterogene groepen vergroot de kansen op leren omgaan met diversiteit en de sociale spanningen die daaruit voortvloeien: de verschillen zijn groter en veelzijdiger en er moet meer worden onderhandeld. :
- Fatma meer verantwoordelijkheid geven waardoor ze haar status op een positieve manier kan inzetten en haar competenties kan benutten. Bv. door peer-tutoring met de zwakkere leerlingen in en/of buiten de les, door haar haar medeleerlingen te laten evalueren bij opdrachten (via feedback), haar zelf een stuk van de les te laten geven geven, etc. Zo kan Fatma aangesproken worden op haar wil om lerares Frans te worden en om de nodige competenties hiervoor te oefenen. Dit zal vermoedelijk ook bijdragen aan positievere relaties tegenover de medeleerlingen. Indien dit niet het geval is kan Faye samen Fatma nagaan waarom het zo moeilijk blijkt om een positieve relatie aan te gaan met sommige leerlingen en hoe ze hieraan kan werken bv. binnen het peer tutoring. Vervolgens kunnen specifieke werkpunten geformuleerd worden waar ze bv. aan kan werken binnen ‘peer-tutoring’.
- Fatma inhoudelijk uitdagende opdrachten geven waardoor ze een hoger niveau kan bereiken in haar Frans.
- multiperspectiviteit Omgaan met diversiteit houdt in dat men zich los kan maken van het eigen perspectief, via verschillende invalshoeken naar zaken kan kijken én zich kan inleven in het perspectief van degenen met wie men in interactie treedt. & breed observeren Door breed te observeren leer je kijken naar het sociale gedrag van de lerende in verschillende situaties in de klas en in situaties buiten de klas die op het eerste zicht niets met schools leren te maken hebben. Zo blijf je alert voor de aanwezige diversiteit waar je in het didactisch handelen op kunt voortbouwen. : verschillende perspectieven op Fatma’s gedrag nagaan en ook kijken hoe Fatma zich gedraagt in andere situaties. Dit kan door een gesprek aan te gaan met collega’s die ook lesgeven aan Fatma, de ouders van Fatma, andere personen waar Fatma een nauwe band mee heeft.
- Leren IN diversiteit en leren VOOR diversiteit zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Door Fatma meer verantwoordelijkheid en uitdagingen te geven kan ze haar status op een positieve manier inzetten. Dit vergroot de kans dat haar storend gedrag vermindert, ze zich uitgedaagd voelt in de les Frans en de relaties met haar medeleerlingen positiever zullen verlopen.
Alternatieven en transfer
Alternatieve werkvormen
Alternatieve toepassingen
- De casus waarop deze oefening is gebaseerd kan ook vervangen worden door een casus die voortkomt uit de stage-ervaringen van de studenten, uit de ervaring van de docent met studentengroepen, …. .
Transfer
- De werkvorm ‘genummerde hoofden’ zorgt ervoor dat elke student/leerling evenveel kans heeft om aan bod te komen tijdens de nabespreking.
- Kijken naar status en werken aan status zijn elementen die aan bod kunnen komen binnen alle groepsprocessen. Zowel onder studenten als docenten, zowel tijdens de observatiestage als lesstage, zowel binnen het onderwijs als daarbuiten… . Werken aan status vormt daarbij een wezenlijk onderdeel van het omgaan met diversiteit en benutten van diversiteit (tijdens het onderwijsleerproces).