De leraar geëvalueerd

 

Aan het begin van elk jaar vraag ik de leerlingen wat voor hen de ideale leraar is. Naast ‘Breng elke dag een taart mee naar de les’ komen daar vaak heel waardevolle ideeën uit. Een tweede feedbackmoment is er vóór de herfstvakantie. Ik laat mijn leerlingen hun hand omtrekken op een blad papier. Bij elke vinger hoort een vraag. Ze mogen positieve en negatieve eigenschappen opsommen, verbeterpunten aangeven én mijn vervelendste kantje omschrijven. De origineelste handen hangen aan de muur. Dat vinden ze geweldig. Dankzij die gerichte vragen krijg je heel concrete werkpunten. Zoals: een stuk strenger zijn. (Uit: Klasse voor leraren, 2011, a (2011, a). Sssssstt, de leraar leert! Klasse voor leraren.  )

Wanneer leerlingen de kans krijgen hun leraren te evalueren verhoogt dit de betrokkenheid van de lerenden en schept dit mogelijkheden om de vertrouwensrelatie met de leraar te versterken. 

Het gewoon reflecteren op de eigen didactische realisaties en het vrij bevragen van de lerenden is vaak een subjectief gebeuren. Om toch een zekere objectiviteitswaarde na te streven kunnen volgende regels worden gevolgd ( VVKSO, 2004-2005 VVKSO (2004-2005). Syllabus 3. Evalueren. In het kader van het nascholingsproject ‘Werken in de vrije ruimte. Schooljaar 2004-2005. ):

  • Laat de lerenden naamloos en anoniem antwoorden (bv. door het zetten van een teken, een kruisje in een kolom).
  • Evalueer niet op een geladen moment (bv. na een conflictsituatie, buitenschoolse activiteit of summatieve toets).
  • Bevraag na een voldoende aantal ervaringen (dus niet in het begin van het schooljaar).
  • Maak de vragenlijst niet te lang en zorg ervoor dat de bevraging weinig tijd in beslag neemt en het antwoorden eenvoudig blijft.
  • Zorg ervoor dat de verwerking van de vragen niet te omslachtig is en dat je snel een globaal beeld kunt krijgen van de reacties.
  • Gebruik categorieën of schalen die duidelijk zijn, bv. een even aantal reeksen met evenveel positieve als negatieve beoordelingsmogelijkheden waardoor de lerenden zich niet kunnen verschuilen in een neutrale middencategorie. 
  • Gebruik een niet te groot aantal categorieën (maximaal zes). 

Bij ‘Aan de slag in de klas!’ vind je verschillende evaluatiemethodieken waarmee leerlingen jou kunnen evalueren. 

Leesvoer: 

Creative Commons License