Betrokkenheid van lerenden bij het evaluatieproces

Hoekenwerk Betrokkenheid bij evaluaties Inspiratie Open leerlingenbespreking

In dit onderdeel reiken we een aantal mogelijkheden aan om lerenden te betrekken tijdens het evaluatieproces.  Zo voelen lerenden zich gerespecteerd in hun mening en worden ze maximaal betrokken tijdens het leerproces. Dit leidt ertoe dat:

  • Lerenden zicht krijgen op de eigen vorderingen en mogelijkheden.
  • Het eigen leer- en ontwikkelingsproces in handen kunnen nemen.
  • Hun beperkingen leren kennen.
  • Zichzelf kunnen bijsturen.

Naast het feit dat jongeren tijdig de maximale informatie krijgen over evaluatiecriteria en evaluatieprocedures kunnen ze ook betrokken worden tijdens het evaluatieproces zelf bij:

  • Het opstellen van evaluatie-afspraken.
  • Bepalen van evaluatiecriteria.
  • Opmaken van toetsen (bv. laat hen zelf toetsvragen opmaken).

Deze zaken staan niet los van de ‘leerstof’ maar maken een integraal onderdeel uit van het leer- en ontwikkelingsproces en het leren-leren. 

Evaluatievormen waarbij lerenden de mogelijkheid hebben om een grote betrokkenheid te tonen zijn het logboek en het portfolio.

GOK-Fiche Het logboek GOK-Fiche Het portfolio

Onderstaande fragmenten komen uit de portfolio’s van de leerlingen uit de sport- en L.O.-richting (TSO) van het Mariagaarde Instituut te Westmalle. Via deze portfolio’s worden de leerlingen vakoverschrijdend (P.O., Godsdienst, Nederlands, Sport, …) breed geëvalueerd.

 

Samen criteria opstellen

Lerenden kunnen betrokken worden bij het opstellen van criteria. Een handig hulpmiddel/werkvorm om dit te doen is de T-Kaart.

Zelfevaluatie 

Zoals blijkt uit deze voorbeelden kan zelf-evaluatie gebruikt worden voor het evalueren van een waaier aan competenties of om afzonderlijk kennis, vaardigheden en attitudes te evalueren. 

Van Petegem & Van Hoof, 2002 Van Petegem P. & Van Hoof J. (2002). Evaluatie op de testbank. Een handboek voor het ontwikkelen van nieuwe evaluatievormen. Antwerpen: Wolters Plantijn.  formuleren enkele elementen die deel uitmaken van een kwaliteitsvolle zelfevaluatie: 

Elementen van een kwaliteitsvolle zelfevaluatie:

  • Sterke en zwakke punten worden erkend én verklaard.
  • De lerenden nemen een kritische houding aan tegenover zichzelf.
  • Specifieke strategieën en doelen worden geïdentificeerd met het oog op toekomstige groei.
  • Er wordt ingegaan op de relatie tussen het proces en het product. 
  • De reflectie is eerlijk en oprecht, het is duidelijk dat de betrokkene zelf aan het woord is.
  • Er zit een duidelijke structuur in de evaluatie en deze is goed verstaanbaar voor anderen. 

Ook deze GOK-fiche biedt extra achtergrondinformatie en tips rond zelf-evaluatie:

GOK-Fiche Zelfevaluatie

Een specifieke vorm van zelfevaluatie is reflectie. Dit onderdeel uit het coachingspakket breed evalueren ‘Zie je wat ik kan?!’ gaat hier dieper op in:

Breed observeren (Verstraete e.a.)

Peerevaluatie 

Bij peer evaluatie gaan lerenden andere lerenden beoordelen. Lerenden leren daardoor kijken naar het werk van anderen. Via peerevaluatie kunnen lerenden uitspraken doen over elkaars producten, over het taakgericht samenwerken of over het groepsgebeuren. Het mee beoordelen van andere lerenden zorgt voor een extra stimulans. De beoordeling komt immers uit hun eigen peergroep en heeft vaak meer effect dan de beoordeling van een volwassen ( Verstraete e.a. Verstraete, E. e.a. Coachingspakket breed evalueren ‘Zie je wat ik kan?!’. In opdracht van de Proeftuinen en in samenwerking met RVO society. ). Ook deze GOK-fiche biedt meer achtergrond en tips: 

GOK-Fiche Peer-evaluatie

Zoals blijkt uit deze voorbeelden kan zelf-evaluatie gebruikt worden voor het evalueren van een waaier aan competenties of om afzonderlijk kennis, vaardigheden en attitudes te evalueren. Verder toont dit voorbeeld dat zelfevaluatie en peerevaluatie hand in hand kunnen gaan en zelfs kunnen gebeuren op basis van dezelfde instrumenten. 

Co-evaluatie 

Bij co-evaluatie gaan lerenden en de leerkracht samen op zoek naar de vorderingen in het leerproces. De leerkracht helpt de lerende beter zicht te krijgen op het geheel maar hierbij heeft de lerende duidelijk inspraak waardoor de beoordeling in samenspraak tot stand komt. Vaak gebeurt ook het opstellen van de criteria in gezamenlijk overleg. Het is belangrijk dat de co-evaluatie vertrekt vanuit een wederzijds respect voor elkaars inbreng. Er moet dus sprake zijn van een zekere gelijkwaardigheid. De leerkracht luistert écht naar de mening van de lerende(en) en stelt zijn eigen beoordeling daarop af ( Verstraete e.a. Verstraete, E. e.a. Coachingspakket breed evalueren ‘Zie je wat ik kan?!’. In opdracht van de Proeftuinen en in samenwerking met RVO society. ). Ook deze GOK-fiche biedt meer achtergrond en tips: 

GOK-Fiche Co-evaluatie

Co-evaluatie kan gebruikt worden voor het evalueren van een waaier aan competenties of om afzonderlijk kennis, vaardigheden en attitudes te evalueren. Ook co-evaluatie kan hand in hand gaan met zelfevaluatie en peerevaluatie en zoals dit voorbeeld illustreert, gebeuren op basis van dezelfde instrumenten.

Evalueren van talenten op het Kompas

Sint-Truiden – Kun je talenten evalueren, en hoe dan? Deze vraag stelt Freinetschool Het Kompas zich. De school vindt het belangrijk dat leerlingen zichzelf als persoon ontdekken en kunnen ontwikkelen volgens hun talenten. Een evaluatie waar talenten een vaste plaats krijgen drong zich dus op. Die evaluatie komt naast het ‘puntenrapport’ te staan.

Rapport en portfolio

Het Kompas werkt met een rapport, waarin leerlingen aanvinken of ze bepaalde competenties/talenten hebben of niet. Daarnaast is er ook een portfolio, waarmee ze kunnen aantonen hoe ze aan die competenties en hun eigen talenten werkten. Rapport en portfolio worden individueel besproken met de leerling, op zes momenten in de loop van de eerste graad.

Stapsgewijs

Vorig schooljaar noteerden de leerlingen van het eerste jaar al waarin ze zichzelf zagen groeien. Ze vermeldden daarbij ook de weg die ze aflegden en wat er allemaal nodig was om die groei te kunnen bereiken. Die korte verhalen vormen de aanzet tot een volwaardig portfolio dat de leerlingen in het tweede jaar opbouwen.

Vaste leidraad

De ervaring uit het verleden heeft de leerkrachten doen begrijpen dat het nodig is om leerlingen een leidraad te geven daarvoor. In die leidraad zitten opgelegde competenties en criteria waarop ze zich kunnen baseren om zichzelf te leren kennen en bij te sturen. Daarnaast geven ze ook genoeg vrijheid om elke leerling te laten werken aan talenten die ze zelf kiezen.

Evaluatie en zelfevaluatie

Leerkrachten evalueren leerlingen. Leerlingen evalueren ook zichzelf en elkaar. Wanneer de leerlingen samenwerken, evalueren ze elkaar en zichzelf ook openlijk. In het begin kijken leerlingen alleen naar de kwantiteit van het werk. Later in het jaar kijken ze echt naar wat zijzelf en anderen goed deden en wat minder goed was. Soms is het resultaat van zo’n evaluatie dat er duidelijke doelen worden vooropgesteld voor een volgende keer.

De evaluatie van de leerkrachten, van de medeleerlingen en van de leerling zelf leiden vormen de basis van het talentengedeelte van het rapport. Het geeft een beeld van de totale persoon van de leerling.

Bron.

Lees hier meer over de benadering op het Kompas.

Creative Commons License