Leren IN & VOOR diversiteit met ouders

Hoe verhouden ouderbetrokkenheid- en participatie zich tot omgaan met diversiteit?

Via de sleutelcompetenties voor leren VOOR diversiteit en didactische voorwaarden voor Leren IN diversiteit leggen we enkele linken bloot. Dit doen we op basis van het werkboek Brede schOUDERS ( Ernalsteen, 2002 Ernalsteen, V. (2002). Brede schOUDERS: een werkboek. Gent: Steunpunt Intercultureel Onderwijs, Universiteit Gent. ).

Leren IN Diversiteit

Breed observeren

Door in interactie te treden met leerlingen hun ouders krijg je de kans om leerlingen te observeren in informele contexten. Door de geobserveerde ervaringen, vaardigheden en informele kennis in te zetten in de klas kun je de aanwezige diversiteit waarderen en benutten.

Leeromgevingen verbreden

Door de muren tussen de klas en gezinnen te slopen wordt de leeromgeving verbreed.

Je verrijkt het leren van de kinderen door ook hun buitenschoolse bronnen en manieren van leren te benutten. Wanneer je een groter deel van hun ervaringen, vaardigheden, leermogelijkheden en belevingen aanspreekt creëer je meer ontwikkelingskansen en mogelijkheden tot transfer van positieve leerervaringen. Dit is zinvol voor alle leren in de klas ( Ernalsteen, 2002 Ernalsteen, V. (2002). Brede schOUDERS: een werkboek. Gent: Steunpunt Intercultureel Onderwijs, Universiteit Gent. , p. 7).

Voor inspiratie voor het praktisch toepassen in de klas (in het basisonderwijs) kun je terecht bij ‘Aan de slag in de klas!’

Leren VOOR Diversiteit

Onbevooroordeeldheid & non-discriminatie

Wanneer je ouders beter leert kennen worden stereotiepe beelden over hen doorbroken. In gesprekken en activiteiten met ouders krijg je een accurater beeld van ouders hun vaardigheden, interesses en behoeftes. Dit beeld is vaak minder problematisch dan je aanvankelijk had gedacht ( Ernalsteen, 2002 Ernalsteen, V. (2002). Brede schOUDERS: een werkboek. Gent: Steunpunt Intercultureel Onderwijs, Universiteit Gent. , p. 7-8).

Op een bepaalde school leeft de idee dat de ouders van de kinderen te zwak zijn om een inbreng te hebben in de klas. In eerste instantie denken de leerkrachten er aan ouders uit te nodigen om te vertellen over hun beroep. De meeste ouders zijn echter laagopgeleid en/of werkloos. De leerkracht vindt dat deze situatie te weinig aanknopingspunten biedt om ouders een actieve rol te laten spelen in het lesgebeuren. Tot er op een bepaald moment in de school een project loopt over dieren. Ouders worden hierover geïnformeerd en uitgenodigd. Ze reageren heel enthousiast in tegenstelling tot andere gelegenheden waarvoor de interesse eerder aan de lauwe kant was. Want wat blijkt: een heleboel van de ouders hebben zelf huisdieren, zijn heel bedreven in de verzorging van deze dieren en kunnen er van alles over vertellen. Op verschillende manieren kan de leerkracht een beroep doen op de specifieke vaardigheden van de ouders: het aanwijzen en leveren van gespecialiseerde informatiebronnen, presentaties in de klas over verzorging, bezoek aan een asiel, dierenwinkel, … Een grootvader met een abonnement in de zoo, vertelt gretig over zijn lievelingsdier ( Ernalsteen, 2002 Ernalsteen, V. (2002). Brede schOUDERS: een werkboek. Gent: Steunpunt Intercultureel Onderwijs, Universiteit Gent. , p. 7-8).

Multiperspectiviteit

Wanneer je een relatie hebt opgebouwd met ouders en/of hen betrekt in het school-en klasgebeuren creëer je een extra invalshoek om leerlingen en hun ouders vanuit verschillende perspectieven te bekijken.

Dialoog & samenwerking: gedeelde verantwoordelijkheid bij problemen

Een moeder werd schriftelijk medegedeeld dat haar kind een intelligentietest moest doen. Ze was zeer verontwaardigd, omdat er volgens haar eerder een taalprobleem was dan een intelligentieprobleem. Over deze problemen had de school ook nooit met haar overlegd ( Ernalsteen, 2002 Ernalsteen, V. (2002). Brede schOUDERS: een werkboek. Gent: Steunpunt Intercultureel Onderwijs, Universiteit Gent. , p. 9).

Gelijkaardige verontwaardigde en teleurgestelde reacties komen van ouders die pas wanneer het ‘te laat’ is van een probleem op de hoogte gebracht worden. Een kind moet een jaar overdoen of wordt doorverwezen naar een beroepsrichting, terwijl de ouders in de veronderstelling waren dat er niets aan de hand was. Pas bij de overgang bereikten de signalen hen hiervan.

Door ‘dagelijks’ met elkaar te praten en in te spelen op interesses en vragen van ouders die in deze gesprekken naar boven komen creëer je banden. Wanneer er zich problemen voordoen zal je wellicht sneller tot een gedeelde probleemstelling en aanpak komen ( Ernalsteen, 2002 Ernalsteen, V. (2002). Brede schOUDERS: een werkboek. Gent: Steunpunt Intercultureel Onderwijs, Universiteit Gent. , p. 9).

Leren-van-elkaar

Dit leren-van-elkaar kan in twee richtingen lopen:

“Ouders willen graag meer betrokken worden bij het onderwijs van hun kinderen. Vaak hebben zij ook eigen ideeën over de behoeftes en het leren van hun kinderen. Veel ouders willen meer weten, maar ook meer te zeggen hebben over wat er gebeurt op school” ( Ernalsteen, 2002 Ernalsteen, V. (2002). Brede schOUDERS: een werkboek. Gent: Steunpunt Intercultureel Onderwijs, Universiteit Gent. , p. 7-8).

“Ouders voelen ook vaak de behoefte aan informatie om hun kinderen te ondersteunen bij hun leer- en ontwikkelingsproces. Hierop kan je inspelen door ouderondersteunende acties op te zetten die ouders hun onderwijsondersteunend gedrag kunnen verhogen. Zo werk je ook buiten de schoolmuren aan een krachtige leeromgeving van de leerlingen” ( Ernalsteen, 2002 Ernalsteen, V. (2002). Brede schOUDERS: een werkboek. Gent: Steunpunt Intercultureel Onderwijs, Universiteit Gent. , p. 7-8).

Een vader komt de directeur raadplegen over de aankoop van een computer voor zijn zoon. Hij blijkt ook zelf nieuwsgierig te zijn naar computers en internet. Bij navraag blijkt dat wel meer ouders geïnteresseerd zijn. De directeur besluit de computers van zijn school een avond per week ter beschikking te stellen van de ouders en hen de eerste beginselen van zoeken op het net bij te brengen. Voor wie daarna verder wil, wordt contact gezocht met het plaatselijke centrum voor basiseducatie. Door deze ouders te ondersteunen in hun wensen, wil de directeur hen ook vaardiger maken om hun kinderen te kunnen volgen ( Ernalsteen, 2002 Ernalsteen, V. (2002). Brede schOUDERS: een werkboek. Gent: Steunpunt Intercultureel Onderwijs, Universiteit Gent. , p. 7-8).

Creative Commons License