Breed observeren en de portretterende klassenraad

Doordenker

Doelstellingen

Nadenken over de wijze waarop de informatie die wordt gegenereerd en vastgelegd tijdens een portretterende klassenraad verenigbaar is met breed observeren als didactische voorwaarde voor leren IN diversiteit

Timing



Kort (deel van een lesuur)

Richtlijnen

Met wie?

  • De voorgestelde werkvorm ‘de 6 denkhoeden’ vereist een opdeling in groepjes van 6 studenten.
  • Het is ook mogelijk deze oefening individueel te maken. Zo gaat echter de meerwaarde van samenwerkend leren Samenwerkend leren besteedt veel aandacht aan de wijze waarop lerenden elkaar waarnemen en met elkaar interageren. Op die manier kan je werken aan statusproblemen van zwakkere lerenden. De grote troef van samenwerken is dat uiteenlopende perspectieven sneller naar voren komen en kunnen leiden tot gezamenlijke opbouw van kennis.  en  heterogene groepsvorming Interactie in heterogene groepen vergroot de kansen op leren omgaan met diversiteit en de sociale spanningen die daaruit voortvloeien: de verschillen zijn groter en veelzijdiger en er moet meer worden onderhandeld.  verloren.

Voorbereiding

Per groepje worden volgende zaken voorzien:

Opdracht

Aan het begin van elk schooljaar worden portretterende klassenraden gehouden. Kunnen we deze klassenraden echter verenigen met de didactische voorwaarde ‘breed observeren’ waarbij het net de bedoeling is om interpretaties uit te stellen?

1. Lees individueel het artikel ‘heeft een portretterende klassenraad zin?’ uit Klasse.

2. Lees de omschrijving van ‘breed observeren’ als didactische voorwaarde voor leren IN diversiteit.

3. Op tafel liggen 6 omgekeerde kaartjes met verschillende denkhoeden. Neem een willekeurig kaartje en zet je denkhoed op. Bedenk vanuit je denkhoed een aantal argumenten voor of tegen portretterende klassenraden. Houd het belang van de didactische voorwaarde ‘breed observeren’ in het achterhoofd. Afhankelijk van je denkhoed zul je deze voorwaarde wel of niet belangrijk vinden.

4. Treed nu met je groepsgenoten in discussie over de zin of onzin van portretterende klassenraden.

5. De algemene bevindingen van de groepen worden overlopen:

  • Wat waren de grootste struikelblokken/discussiepunten?
  • Waar was de groep het roerend over eens?

6. Als afsluiten kunnen de studenten hun denkhoeden afzetten en per groep een consensus bereiken omtrent de wijze waarop 'breed obserververen' te verenigen is met portretterende klassenraden. De bevindingen van de verschillende groepen worden tot slot overlopen. 

Nabespreking

  • Tijdens de nabespreking worden de algemene bevindingen van de groepen overlopen:
    • Wat waren struikelblokken?
    • Waar was de groep het roerend over eens?
  • Plenair kan gezocht worden naar mogelijke oplossingen voor struikelblokken die onoverkomelijk lijken.
  • Bij wijze van afsluiting kunnen de groepen hun denkhoeden afzetten en opnieuw trachten tot een consensus te komen. Deze kunnen klassikaal worden voorgesteld. Tegenstrijdigheden tussen verschillende groepen kunnen tot slot worden uitgeklaard. 

Alternatieven en transfer

Alternatieve werkvormen

Alternatieve toepassingen

  • Deze oefening kan ook breder opengetrokken worden naar de 6 didactische voorwaarden voor leren IN diversiteit en de 6 sleutelcompetentie voor leren VOOR diversiteit. Daarbij kan men nagaan in welke mate een portretterende klassenraad en de antwoorden van Lucas De Cocker al dan niet te verenigen zijn met deze didactische voorwaarden en competenties. Op deze wijze wordt de wijze waarop studenten deze begrippen concreet kunnen toepassen geëvalueerd.

Transfer

  • Ook van andere actualiteitsonderwerpen met betrekking tot het onderwijs kan steeds nagegaan worden in welke mate deze verenigbaar zijn met de didactische voorwaarden voor leren IN diversiteit en leren VOOR diversiteit. Zo kan enerzijds de kennis van deze begrippen geëvalueerd worden en anderzijds de leeromgeving verbreden De potentiële diversiteit aan ervaringen, interesses, leefsferen en competenties die je bij de leerlingen kan aanboren, wordt veel groter als je het leren laat plaatsvinden in een authentieke context in confrontatie met 'echte' problemen, als je met verschillende klassen en leeftijdsgroepen kunt werken of als je de leer- en leefomgeving ook opentrekt tot buiten de school.  .
  • Via de ‘6 denkhoeden’ leert men via  samenwerkend leren Samenwerkend leren besteedt veel aandacht aan de wijze waarop lerenden elkaar waarnemen en met elkaar interageren. Op die manier kan je werken aan statusproblemen van zwakkere lerenden. De grote troef van samenwerken is dat uiteenlopende perspectieven sneller naar voren komen en kunnen leiden tot gezamenlijke opbouw van kennis.  en  heterogene groepsvorming Interactie in heterogene groepen vergroot de kansen op leren omgaan met diversiteit en de sociale spanningen die daaruit voortvloeien: de verschillen zijn groter en veelzijdiger en er moet meer worden onderhandeld.  verschillende standpunten onderhandelen via  dialoog & samenwerking De dialoog is de gespreksvorm waarin diversiteit het best tot haar recht komt. Er wordt tijd uitgetrokken om te luisteren en op een evenwaardige manier tot uitwisseling van betekenissen te komen. Samenwerking is de handelwijze waarbij diversiteit als meerwaarde wordt benut. Samenwerken in heterogene groepen kan soms tot conflicten leiden. Maar ook dat is een normaal gegeven waar we moeten leren mee omgaan. . Zo verwerft men  multiperspectiviteit Omgaan met diversiteit houdt in dat men zich los kan maken van het eigen perspectief, via verschillende invalshoeken naar zaken kan kijken én zich kan inleven in het perspectief van degenen met wie men in interactie treedt.  op het onderwerp en werkt men aan  leren-van-elkaar We creëren onder invloed van onze interactie met anderen actief nieuwe referentiekaders en stellen de bestaande voortdurend bij. Essentieel hierbij is een basishouding van reflectie en zelfkritiek, zowel op ons zelf als op tradities, verworvenheden, normen en waarden van de groepen waartoe we behoren.
Creative Commons License